De resultaten van kandidaten worden vergeleken met wat er van senior leiders wordt verwacht om hun leiderschapspotentieel vast te stellen. De volgende zes kernkenmerken van de persoonlijkheid worden onderzocht in de context van leiderschap:
- Consciëntieusheid
- Aanpassing
- Nieuwsgierigheid
- Risic- benadering
- Competitie
- Complexiteit
Interpretatie van de visuals
Elk persoonlijkheidskenmerk bestaat uit vier bereiken, die ons helpen te bepalen in hoeverre de kandidaat voldoet aan de vereisten voor senior leiderschap:
Laag - De lage categorie geeft aan dat de persoon een laag niveau van een specifieke eigenschap heeft. Dit kan in bepaalde contexten de effectiviteit van het senior leiderschap verminderen, maar kan ook geschikt zijn voor andere functies.
Gemiddeld - De meerderheid van de mensen zal in de gemiddelde categorie vallen. Een gemiddeld niveau van een bepaalde eigenschap kan in een leidinggevende functie bevorderlijk zijn, vooral als het in de buurt komt van de optimale categorie.
Optimaal - De optimale categorie is de ideale categorie voor de meeste senior leidinggevende functies. Wanneer u twee of meer kandidaten binnen de optimale categorie vergelijkt, kunt u met de optie ‘Optimaal leiderschap’ deze kandidaten nauwkeuriger vergelijken voor een senior leidinggevende functie.
Als iemand niet in de optimale categorie zit, betekent dat niet dat eze persoon geen leider kan zijn, aangezien je rekening moet houden met de functie- en contextvereisten.
Overmatig - De categorie ‘Overmatig’ geeft aan dat iemands voorkeur voor een specifieke eigenschap sterker is dan wat gewenst is voor een succesvolle senior leidinggevende. Hoewel dit in sommige contexten geschikt kan zijn, kan het in andere contexten ook wijzen op een grotere kans op ontsporing.
Het is belangrijk op te merken dat minder dan 1% van de leidinggevenden wereldwijd alle zes persoonlijkheidskenmerken iin het optimale bereikheeft. Afhankelijk van de context van de functie en specifieke functie-eisen kan iemand nog steeds een effectieve leider zijn.